Alle intermenselijke contacten verlopen in een geven en een ontvangen. De mate waarin er gegeven en ontvangen wordt, bepaalt de diepte van het contact. Ontvangen betekent hier, ontvankelijk zijn, een toelaten in je gemoed van iets wat de ander je geeft, op een manier zoals het bedoeld is.
Complimenten ontvangen of geven is een mooi voorbeeld. Hoe vaak maken we een complimentje niet ‘weg’ door het af te zwakken, het terug te kaatsen, of er omheen te praten.
Maar ook zal het geven van een onoprecht compliment nooit echt ontvangen kunnen worden. Het zal eerder voor afstand zorgen in het contact.
Als er wat schort aan het geven of ontvangen, dan doet dit afbreuk aan de diepte van het contact. Dit gaat trouwens niet alleen over het ontvangen van iets wat je als positief ervaart, maar ook over het ontvangen, of geven, van negatieve kritiek. Het inslikken van eigen emoties of ergernissen, mooi weer spelen of op andere manieren veinzen schept uiteindelijk afstand in het contact.
Over veinzen gesproken: ook in het ontvangen wordt er geveinsd. Mensen doen vaak net alsof ze een compliment of genegenheid van een ander ontvangen, maar laten dit niet echt toe in hun gemoed.
Je kunt alleen maar ontvangen, als je geloofd dat je de moeite waard bent, als je voelt dat je werkelijk iets voor een ander zou kunnen betekenen. Dat vraagt een bepaalde mate van affectieve ontwikkeling en openheid voor de ander. Jammer genoeg kan hierin veel mis zijn gegaan, door opvoeding of (negatieve) ervaringen die we allemaal in de loop van ons leven hebben opgedaan.
Voor wat betreft het geven (om door de ander te kunnen ontvangen) geldt ook zoiets. Ten eerste zal de gever vanuit een gevoel van genegenheid willen geven. De gever zal dus ook in staat moeten zijn, deze gevoelens van genegenheid in zichzelf toe te laten. Dit vraagt net zoals bij het ontvangen een bepaalde mate van affectieve ontwikkeling en zelfkennis. Geen ‘doen alsof’ maar vanuit authenticiteit. Wanneer er werkelijk gegeven wordt uit genegenheid, zal er dus aan de ontvanger ook de vrijheid worden gelaten om hierop te reageren zoals hij/zij dat wil. Zonder verwachtingen.
Naast het echt kunnen geven, is wat er gegeven wordt ook erg belangrijk. De ‘gift’ (een compliment, cadeau, aandacht, aanraking, waardering, enz) dient passend te zijn voor de situatie, de gever en de ontvanger. Dat vraagt om inleving, aanvoelen en afstemmen. Is iets ongepast dan zorgt dit juist voor ongemak en afstand.
Wat het nog ingewikkelder maakt is dat cultuur en conventies hier ook een rol in spelen. We ontkomen er eigenlijk niet aan om hier aan mee te doen, om niet uit de toon te vallen. Maar meedoen aan wat er van ons verwacht wordt, betekent niet automatisch dat dit bijdraagt aan werkelijk intermenselijk contact. Echt contact is heel wat anders dan doen zoals het hoort.
Bron: Over kleine dingen – T.A.C.M. Gerritse